RW Retro: Florence Griffith Joyner. De loopsport laat onze harten (letterlijk) sneller kloppen en heeft een speciaal plekje in ons hart. Dit is iets wat ons samenbrengt. Om dit gevoel te vieren, delen wij - de redactie van Runner's World - het moment dat we verliefd werden op hardlopen.

Managing Editor en dé schoenenexpert van de redactie: Ik heb tot mijn 18

Liselot (Digital Manager Sport): 'Mijn liefde voor atletiek begon op mijn zesde toen mijn moeder me inschreef bij de club. Op mijn zestiende liep ik een zware blessure op en nam afscheid van de atletiek tot twaalf jaar later, de komst van corona. Toen ik voorzichtig weer probeerde te rennen lukte dit! Sprinten is binnen de atletiek mijn grote liefde, dus meer dan 10 kilometer in een totale training zie je me niet snel lopen. Wél kan ik enorm genieten van het kijken naar de langere loopafstanden.'

Ramiro (Managing Editor en dé schoenenexpert van de redactie): 'Ik heb tot mijn 18e op redelijk niveau gevoetbald. Ik was niet de snelste, beste of meest technische speler van alle jeugdselectie waar ik in heb gezeten, maar lang draven op het middenveld hield ik goed vol. In de zomer, voor de start van het nieuwe seizoen, deden we een paar keer per week aan conditietraining, met altijd wel een duurloop. Dat vond ik wel wat hebben, gewoon lopen zonder ergens over na te hoeven denken. Ik vond het niet echt een straf, zo’n training. Volgens mij begon het daar al onbewust te kriebelen. Ik werd pas echt gegrepen in 1990. Toen woonde ik in Rotterdam, op een steenworp afstand van het parcours van de marathon, volgens mij ergens rond kilometer 30 van het toenmalige parcours. Ik stond langs de kant en was helemaal overdonderd toen de kopgroep voorbijkwam denderen. Hoe kun je na zo'n afstand nog steeds knetterhard kon lopen, schoot door mijn hoofd. Ik had weleens beelden van marathons op tv gezien, maar atleten in real life zien lopen raakte me enorm. Het leek wel poëzie in beweging, zo gracieus. Ik zag het zweet, hoorde hun zware ademhaling en de zware klappen van hun schoenen en kon ze in de ogen kijken. Ik had ze aan kunnen raken, als ik zou willen. Dat maakte de beleving van loopsport zo intens. Ik voelde nauwelijks een afstand tussen mij als toeschouwer en de atleten. Later leerde ik dat het andersom ook geldt, als je zelf een wedstrijd loopt en de toeschouwers schreeuwen je vooruit. Dat wilde ik ook, besloot ik in 1990! Een marathon lopen dus, maar dan in een veel minder hard tempo uiteraard. Uiteindelijk duurde het tot 2001, toen startte ik in Eindhoven op de marathon. Helaas moest ik bij 30 kilometer met uitdrogingsverschijnselen uitstappen. Ik had me iets anders voorgesteld van mijn debuut. De finish op de Coolsingel in 2003 maakte een hoop goed en smaakte naar meer.'

Peter (Editor Print): 'Het verhaal van mijn hardloopleven begint bij de vergeelde fotoboeken van mijn ouders. Mijn vader en moeder waren lid van atletiekclub Estafette, ze ontmoetten elkaar in het midden van de jaren ’50 op sintelbaan Olympiaplein in Amsterdam. Mijn vader wilde hardlopen om te winnen, mijn moeder zocht vooral gezelligheid met haar vriendinnen. Op de eerste pagina’s van het fotoalbum zie ik mijn vader verbeten over de sintels draven, halverwege het album zie ik mijn moeder in het gras zitten naast een kinderwagen. Daarin lig ik. Op de lagere school voelde ik me een buitenbeentje, als hardloper. Vrijwel alle andere jongens speelden voetbal, Cruijff en Neeskens waren grote voorbeelden. Als ik mazzel had, mocht ik tijdens een potje voetbal op het schoolplein vliegende keep zijn. Toen de jaarlijkse sportdag op de kalender stond, kon ik eindelijk bewijzen wat ik waard was. Aan het eind van de dag stond er een 600 meter op het programma. Meester Spanjaard sloeg een zakdoek naar beneden, waarna zo'n 60 jongens wegstoven. Van het plan om mijn krachten goed te verdelen, zoals ik op de atletiekclub had geleerd, kwam niets terecht. Ik jakkerde met de eersten mee. Na een dolle race moest ik in de laatste veertig meter om de zege sprinten tegen de boomlange voetballer Johan Pistoor. Langs de kant hoorde ik kinderen gillen van de spanning. Toen juffrouw Tijburg me na de finish kwam vertellen dat ik had gewonnen, zag het zwart voor mijn ogen. Maar ik was verliefd geworden op de atletiek. Daar lag mijn kracht.'

Floor (Digital Editor): 'Sinds mijn 5e zit ik op atletiek, mijn ouders hebben elkaar leren kennen op de atletiekbaan en mijn moeder was – toen ik een pupilletje was – trainster op mijn atletiekvereniging. Ik weet nog heel goed dat ik tijdens competitiewedstrijden, waarbij je alle onderdelen doet als pupil, mij het meest verheugde op die 1000 meter helemaal aan het einde van de dag. Terwijl teamgenootjes dat écht verschrikkelijk vonden. Toen ik 12 jaar was besloot ik mij volledig te focussen op het hardlopen en sindsdien is die liefde alleen maar gegroeid! Op vakantie vind ik het heerlijk dat ik alleen maar een shortje, sport bh, hardloopschoenen en sporthorloge in mijn koffer hoef te proppen om zo overal te kunnen sporten. Die laagdrempeligheid van het hardlopen vind ik zo fijn. Én, mijn beste vriendinnetjes ken ik via de sport, dus de leukste trainingen vind ik de duurloopjes samen!'

Anna (Digital Editor): 'Ik weet nog goed dat ik in 2014 mijn vader ging aanmoedigen tijdens Liefde voor de cross. Bij het zien van alle lopers kreeg ik vlinders in mijn buik: ik wil dit ook! Ik liep toen nog helemaal niet hard, maar dit heeft wel een zaadje gepland waardoor ik 2 jaar later (na het breken van mijn knie) heel rustig begon met hardlopen. Het hardlopen werd met de jaren steeds consistenter en tegenwoordig kan ik me niet voorstellen om een trainingssessie vrijwillig over te slaan. Nu - 10 jaar na die eerste vlinders - train ik zelf voor mijn eerste marathon in Sydney.'

Franziska (Digital Editor): 'Ik kan me niet één specifiek moment herinneren dat ik verliefd werd op hardlopen. Ik weet vooral dat ik het vroeger op de middelbare school haatte om rondjes te moeten rennen op de baan. Ik was begin 20 toen ik het nog een kans wilde geven met zo'n couch to 5k programma. Toen boekte ik best snel progressie en begon ik me na elke training zo fijn en trots te voelen dat ik het steeds vaker wilde. Het was dus zeker geen love at first sight, RW Retro: Emil Zatopek.'

Bram (Digital Editor): 'Ik heb in mijn jeugd vooral aan voetbal en mountainbiken gedaan. Ik begon pas met lopen toen ik als student op kamers ging, vooral om mijn snel ontwikkelende bierpens een beetje in bedwang te houden. Ik koos voor hardlopen omdat het makkelijk was: schoenen aan, naar buiten, lopen. Ik liep eigenlijk altijd een vast rondje van 7 kilometer rond de Leidse singels. Ik hield de tijd bij via de klok op de bushalte voor m'n deur. Halverwege zat nog een bushalte, waardoor ik ook een tussentijd had. Zo begon ik steeds sneller die rondjes rond de singels af te werken. Toen m'n motivatie hiervoor afnam, besloot ik om een doel te stellen als stok achter de deur. Zo stond ik aan de start van mijn eerste halve marathon in Leiden. Natuurlijk deelde ik hem verschrikkelijk slecht in. Ik kwam 10 kilometer door in 48 minuten, maar finishte net boven de 2 uur. In de tweede helft van de race ging ongeveer alles mis, zoals je van een overijverige beginner mag verwachten: kramp, steken, Dit is mijn ervaring met hardlopen in Australië. Toch was het een mooie ervaring. Vooral door de sfeer die eromheen hangt. Al die aanmoedigingen van alle kanten, terwijl ik voor m'n eigen gevoel meerdere keren per kilometer aan het sterven was. Zo voelde het dus om het uiterste uit jezelf te halen, om ergens doorheen gesleept te worden, om je met z'n allen collectief naar de getver te lopen. Ik werd verliefd op het samen-gevoel van een wedstrijd en het net iets meer kunnen met een startnummer op. Sindsdien ben ik altijd op zoek naar nieuwe loopjes, wedstrijden en andere gekkigheid om tot het uiterste te kunnen gaan en ik ben voorlopig niet van plan om daarmee te stoppen.'

    Vasco (Social Stagiaire): 'Sinds mijn jeugd ben ik al te vinden op de atletiekbaan, dankzij mijn zussen, toen ik een jaar of 3 was. Toen ik de keuze moest maken welke sport ik zou gaan doen, koos ik voor atletiek omdat je daar veel meer prijzen kon winnen (zoals startmedailles). Mijn pupillentijd was niet zo gericht op hardlopen, maar vanaf een jaar of 12 schakelde ik volledig over naar de MiLa-trainingen (Midden- en Lange Afstand). Het moment waarop ik atletiek echt leuk begon te vinden, was na corona, toen ik veel progressie maakte op de 800 meter en echt leerde racen. Dit vind ik het leukste aan atletiek. Hoewel ik al heel lang met deze sport bezig was, begon ik het pas na 10 jaar echt te waarderen. Qua training vind ik het heel fijn om in lichte regen, met muziek, een duurloop te doen. Even nergens aan denken en gewoon rennen.'

    Had jij ook een duidelijk moment dat je verliefd werd op de loopsport? Wij horen het graag! Schroom niet om ons te mailen naar: [email protected] of stuur ons een DM op Instagram.

    Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?