Normaal gesproken merk je niets van een hoog cholesterolgehalte. Ondanks dat je er niets van merkt verhoogt het de kans op hart- en vaatziekte. Door zo veel mogelijk gezonde vetten te eten kun je je cholesterol verlagen. Maar wat is cholesterol en waarom heeft het lichaam cholesterol nodig?
1. Cholesterol wordt gemaakt in je lever
Als je het hebt over cholesterol, denk je al snel aan cholesterol in je bloed. Daar ligt zo vaak de nadruk op, dat veel mensen niet weten dat je in iedere cel van je lichaam cholesterol vindt.
Cholesterol heeft een slechte naam, en wordt vaak gelinkt aan akelige dingen als verstopte aders en witgele vetsoort. In je lever wordt 80 procent van het benodigde cholesterol gemaakt, de overige 20 procent moet je via je voeding binnenkrijgen.
2. Je lichaam heeft cholesterol nodig om te functioneren
Cholesterol heeft een slechte naam, en wordt vaak gelinkt aan akelige dingen als verstopte aders en hartstilstanden. Maar je lichaam maakt het niet voor niets zelf aan. Het heeft namelijk cholesterol nodig om goed te kunnen functioneren. Hoe zit dat?
verlagen direct het LDL-gehalte vitamine D aan, en ook de hormonen oestrogeen en testosteron, en het is een essentiële bouwstof van celmembranen. Én je hebt het nodig om galzuur te maken. Dat is fijn, want galzuur breekt vetten uit je voeding af. Goed spul, dus.
3. Wat wij cholesterol noemen, is eigenlijk een eiwit
Waarom dan toch die negatieve associatie? Zoals gezegd is cholesterol een vet. En dat vet is te dik om zelf door je aderen te reizen en op de juiste plekken te belanden. Daarom doet je lever iets slims: het koppelt cholesterol aan een eiwit (proteïne). Dat pakketje noem je een lipoproteïne, dat wel makkelijk door je bloedbaan kan stromen. Als mensen het over een hoog cholesterol hebben, dan hebben ze het dikwijls over deze lipoproteïnes. Maar ook dat is te kort door de bocht, want er zijn maar liefst vijf verschillende soorten lipoproteïne. En die wil je allemaal in verschillende mate in je bloedstroom.
4. Het verschil tussen goed en slecht cholesterol
De vijf typen lipoproteïne zijn chylomicron, VLDL, IDL, LDL en HDL. Om het overzichtelijk te houden, richten we ons vooral op LDL (Lage-Dichtheids-Lipoproteïne) en HDL (Hoge-Dichtheids-Lipoproteïne). Die eerste wordt aangemerkt als 'slecht cholesterol', die laatste is 'goed cholesterol'. Hoe komen ze aan die bijnamen?
LDL is verantwoordelijk voor het afleveren van cholesterol in het lichaam. Een belangrijke taak dus. Maar als je te veel van die lipoproteïne in je aderen hebt, kunnen ze verstopt raken met het plak dat het spul veroorzaakt. Studies leggen een link tussen een hoog LDL-gehalte in het bloed en hart- en vaatziekten. Daar moet je dus voor oppassen.
Het Hoge-Dichtheids-Lipoproteïne (HDL) daarentegen, brengt het overtollige cholesterol weer terug naar de lever. Daar wordt het afgebroken. Met deze lipoproteïne is dus helemaal niks mis. Sterker nog, hij verláágt de kans op hart- en vaatziekten juist.
5. Er zit een verschil tussen cholesterol in je bloed en in je eten
Kortom: je wilt veel HDL en weinig LDL in je bloed. Simpel, denk je nu. Gewoon geen cholesterol eten en dan is er niks aan de hand, toch? Nou, niet helemaal. Lange tijd werden eieren als ongezond voedsel gezien, omdat ze rijk aan cholesterol zijn. Medici waren bang dat cholesterolrijk voedsel de kans op hart- en vaatziekten verhoogt. Onterecht, zo bleek later. De inname van voedsel met veel cholesterol heeft weinig impact op het cholesterolgehalte in je bloed. Dit geldt overigens niet voor iedereen. Sommige mensen zijn wel gevoelig voor de inname van cholesterol. Deze groep doet er goed aan om hun cholesterolinname te verminderen.
6. Sommige voedingsmiddelen verhogen de kans op slecht cholesterol
Waar je dan wel voor moet oppassen? Daarvoor moeten we terug naar de vijf verschillende typen lipoproteïne. Sommige koolhydraten (nee, ook die kun je niet over een kam scheren) en eiwitten worden door je lever omgezet in triglyceride-moleculen en gekoppeld aan cholesterol. Lang verhaal kort: dat resulteert in VLDL (Very-Low-Density-Lipoproteine) en uiteindelijk in LDL (dat slechte cholesterol).
Als je het hebt over koolhydraten, moet je goed definiëren over welke je het hebt. Want broccoli zit vol koolhydraten, maar geraffineerde suiker ook. Toch bestaat er geen twijfel over welke van de twee het gezondst is. Het zijn dan ook de enkelvoudige koolhydraten (in suiker en witbrood) die een verhoogd LDL-gehalte veroorzaken. Ook met transvetten (die vind je bijvoorbeeld in koek) en verzadigde vetten moet je oppassen.
Lees ook: Dokter: 'Broccoli is verreweg de beste keuze qua groente'
7. Gezonde vetten zorgen voor goed cholesterol
Gelukkig zijn er ook veel voedingsmiddelen die het goede cholesterol in je bloed verhogen en het slechte LDL verlagen. Onverzadigde vetten (in bepaalde noten en avocado's) Jip Vastenburg over het belang van goede voeding in je bloed. En onderzoekers aan de Universiteit Maastricht concludeerden na het vergelijken van zestig eerdere studies dat transvetten in je dieet vervangen door onverzadigde vetten het HDL-gehalte in het bloed aanzienlijk verhoogt.
Dus laat de donut staan en pak een handje walnoten of een stronk broccoli. Je aderen zijn je dankbaar.