Sinds 1970 kwamen en gingen tienduizenden naar The Big Apple om er de marathon te lopen, van recreanten tot olympisch kampioenen. Reputaties sneuvelden of werden er juist gevestigd. Maar de echte vedette is al ruim vier decennia lang het evenement zelf. Acht medewerkers van Runner’s World sloegen in 2014 hun spaarvarkens stuk om te kunnen meedoen aan de populairste voetrace ter wereld, de New York City Marathon: redacteuren Peter Klooster (4.04.34) en Ysbrand Visser (4.45.34), sales manager Danny Tjaardstra (4.14.09), blogger Marius Hordijk (3.51.40), online manager Tim Baks (3.01.23), videoredacteur Ton de Best (3.49.52), marketing manager Imo Muller (3.01.19) en fotoredacteur Ramiro Ameneiro (4.39.40). Hun persoonlijke verhalen, aan de hand van acht unieke onderdelen van het parcours:
Staten Island
Nederlandse avonturiers, militairen en ondernemers hebben in New York ruimschoots hun sporen nagelaten. In 1609 zette Henry Hudson, een Britse zeevaarder in dienst van De Kamer van de VOC in Amsterdam, voet aan wal op een eiland. Hij stichtte een Nederlandse handelspost die hij Staaten Eylandt noemde, naar de Staten-Generaal, het Nederlandse parlement. De startstreep van de New York City Marathon is getrokken op deze historische grond.
Peter Klooster: ‘Op zondag 2 november 2014 was het ijzig koud. Om vijf uur in de ochtend was het twee graden bij windkracht vijf. De hemel had zich vermomd als natte dweil. Op de onbeschutte buitenplaats van het militaire Fort Wadsworth zag ik overal kleumende lopers in het gras zitten, met bleke gezichten en een zorgelijke trek om de mond. Sinds de aanslag in Boston zijn de veiligheidsmaatregelen bij marathons van deze orde verscherpt. Bij de ingang van het terrein werd ik elektronisch gescand. Meegebrachte slaapzakken werden in beslag genomen, net als rugzakken. Ik dook diep weg in mijn wegwerpkleding, keek om de haverklap op mijn horloge. Om kwart voor negen mocht ik eindelijk het startvak in. Toen een uur later het kanon bulderde, was ik door en door koud. Stram zette ik mijn eerste passen, de kou had mijn glycogeenvoorraden al opgesoupeerd. De energiegel die ik had gereserveerd voor het 10-kilometerpunt kneep ik meteen leeg.’
Verrazzano Narrows Bridge
In 1524 zette ontdekkingsreiziger Giovanni da Verrazzano hier als eerste Europeaan voet aan wal. De Italiaan kwam tragisch aan zijn einde: hij werd door inlanders gedood en opgegeten. Zijn naam leeft voort in de naar hem vernoemde brug, die garant staat voor spectaculaire luchtfoto’s van de start.
Danny Tjaardstra: ‘Ik vond de passage van de Verrazzano Narrows Bridge angstaanjagend, vanwege de afmetingen. De brug hangt zeventig meter boven het water van de Hudson, zodat schepen van alle soorten en maten ongehinderd New York kunnen bereiken. De pijlers zijn meer dan tweehonderd meter hoog, tweehonderdvijftigduizend kilometer staalkabel houdt de boel op spanning, het wegdek vertoont slijtplekken. Het ging meteen steil omhoog, de brug op. Over de eerste kilometer deed ik zeven minuten, in de afdaling ging de tweede in slechts vier minuten. Ik liep op het onderste dek, waar de noordwestenwind het sterkst beukt. De Verrazano Narrows Bridge is een soort gigantische harp die door de wind wordt bespeeld. Het gieren was oorverdovend. Ik zag lopers van wie de benen tegen elkaar werden geblazen. Overal lagen weggeworpen mutsen, wanten en truien. Ik droeg drie lagen kleding maar moest vechten tegen de kou. Mijn muts had ik bij de start al weggegooid en daar had ik nu diepe spijt van. Gelukkig stond er na die brug veel publiek. Dat had ik echt even nodig.’
Muziek
Langs het parcours staan 130 bands, koren, muziekgroepen, podiums en geluidsboxen opgesteld. Dat komt neer op gemiddeld een muzikale oppepper per driehonderd meter.
Ysbrand Visser: Van Spotify had ik muziek gedownload die me raakt tot in de ziel. Dat was onderdeel van mijn strategie. Mocht ik aan het einde van mijn Latijn raken, dan zou de muziek me er doorheen slepen. Maar dat was niet nodig. Bij de start klonk il jij twee keer per week de beste looptips, motiverende artikelen en fijne winacties ontvangen, Dit blijkt de beste hardloopmuziek te zijn. Start spreading the news, I'm leaving today / I want to be a part of it, il jij twee keer per week de beste looptips, motiverende artikelen en fijne winacties ontvangen / These vagabond shoes, are longing to stray / Right through the very heart of it, il jij twee keer per week de beste looptips, motiverende artikelen en fijne winacties ontvangen. Het duurde even voordat ik aan lopen toekwam, dus kon ik het liedje helemaal afluisteren. Op 4th Avenue waren podia opgetrokken, mensen hadden geluidsboxen in het raam gezet. Er was een kakofonie van geluid, van brass bands en doedelzakspelers tot punk en country, maar ook rockgroepen. Het kwam allemaal keihard bij me binnen, ik voelde me geëmotioneerd en licht. Op Lafayette Avenue trad de Bishop Loughlin High School Band op, een gospelkoor waarvan de leden met hun hele ziel en zaligheid stonden te zingen. Door de muziek had ik niet in de gaten dat ik eigenlijk te snel liep.’
Brooklyn
De naam Brooklyn is een verbastering van het Nederlandse Breukelen en het motto van het stadsdeel is tot op de dag van vandaag Zo kun je hardlopen met een eetstoornisverleden. il jij twee keer per week de beste looptips, motiverende artikelen en fijne winacties ontvangen.
Marius Hordijk (29): ‘Van 2004 tot 2006 heb ik in Brooklyn gewoond, vanwege mijn werk. Toen ik er doorheen liep, wist ik meteen weer waarom ik er met zoveel plezier heb vertoefd. Brooklyn bestaat uit verschillende etnische enclaves en die diversiteit zorgt voor een leuke, speelse spanning. Zo zag ik een spandoek waarop met koeienletters stond geschreven Na de finish in New York! Een knipoog naar de buren, zeg maar. Brooklyn kreeg op een gegeven moment een hippe reputatie en als gevolg daarvan zijn inwoners van Manhattan er massaal naartoe getrokken. Er wonen ook Russen, Oekraïners en orthodoxe joden. The Projects, waar veel sociale woningbouw is, was een aantal jaren geleden berucht vanwege gewelddadige bendes. Mijn brood kocht ik in een winkel waar de bakker uitsluitend Pools sprak. Met kippenvel op mijn armen liep ik nu dus door mijn oude wijk. De straten zijn er relatief nauw, waardoor ik Brooklyn nog steeds als intiem ervaar. Pas na 25 kilometer keek ik voor het eerst op mijn horloge. Ik was verbaasd hoe makkelijk al die kilometers onder me door waren gegleden.’
Queens
De honderd jaar oude, 2270 meter lange Queensborough Bridge fungeert als een monumentaal ijkpunt in de marathon. De kosten voor de bouw van de brug bedroegen destijds achttienmiljoen dollar en tijdens de bouw kwamen vijftig arbeiders om het leven. Vanaf 1987 wordt het ijzeren gevaarte, dat permanent onderhevig is aan corrosie, dagelijks gerenoveerd. Dat heeft al meer dan driehonderdmiljoen dollar gekost.
Ramiro Ameneiro: ‘De aanloop naar de Queensborough Bridge begint na 25 kilometer. Het is een belangrijke psychologische barrière, want aan de overkant van East River kun je Manhattan zien, waar de finish wacht. Van veraf zag ik de brug al liggen. Een industrieel bouwwerk, geflankeerd door een energiecentrale met hoge schoorstenen. Op de Queensborough Bridge stonden geen toeschouwers, de sfeer was er sereen. Ik hoorde gehijg, gesteun en gestamp. De brug is dubbeldeks, dus boven mijn hoofd ruiste autoverkeer. De klim is zo steil dat velen tot wandelen werden gedwongen. Vijf minuten lang heb ik halt gehouden om foto’s te maken en te genieten van het uitzicht. Waar de brug op zijn einde loopt, dient de metropool zich aan. Van onder de brug borrelt een bel van geluid op, First Avenue barst uit zijn voegen van enthousiasme.’
Publiek
De New Yorkers hebben aan het begrip ‘aanmoedigen’ een nieuwe dimensie gegeven. Ze vinden hun stad belangrijk en tijdens de marathon grijpen ze de kans aan om dat aan de wereld te tonen. Lopers en publiek vormen een gelijkwaardige attractie.
Tim Baks: ‘Wat je het beste kunt roepen langs de kant fanzonesingericht, plekken waar gratis materialen liggen om spandoeken te maken. Op de website geeft de organisatie tips hoe fans met de metro zoveel mogelijk van de wedstrijd kunnen volgen en die fanzones kunnen bereiken. Veel toeschouwers stonden met gezichtsmaskers van ‘hun’ lopers langs de kant, dat gaf een hilarisch effect. Anderen hadden borden waarop ‘touch here for energy’ stond geschreven, als een soort elektrische oplaadpunten. De mentaliteit verschilt van wijk tot wijk en het is boeiend om steeds een andere sfeer binnen te lopen. Zo ging in Borough Park, de Joodse wijk, het leven zijn gewone gangetje. Voor de rest is het een groot feest dat me deed denken aan de marathon van Rotterdam – de laatste honderd meter op de Coolsingel wel te verstaan. Ik vond het leuk om oogcontact te zoeken met het publiek. Een man riep wat, we keken elkaar aan en staken gelijktijdig onze duimen de lucht in. Op zo’n contactmoment kun je verder. De laatste vijf kilometer is alles me ontgaan. Ik heb moeten knokken om onder de drie uur te blijven. Dat is op een haar na mislukt.’
Central Park
De groene long van New York heet Central Park en jaarlijks komen vijfentwintigmiljoen bezoekers er een frisse neus halen. Het 341 hectare grote park is volledig aangelegd. Er zijn meertjes, een uitgebreid netwerk van wandelpaden, twee schaatsbanen, een roeivijver, fonteinen, een dierenbegraafplaats, verschillende ligweiden en een standbeeld van de in 1994 gestorven marathonorganisator Fred Lebow.
Ton de Best: ‘Kilometers lang had ik me lopen verheugen op het betreden van Central Park. Mijn kuiten en hamstrings zaten op de rand van kramp en bij elke stap werd dat heviger. Het park manifesteerde zich als een soort walhalla. Na de wolkenkrabbers en verkeerschaos kwam ik in de greep van het kalmerend groen. Het park is het begin van de homestretch, het laatste eind naar de finish. Amerikanen houden ervan als mensen knokken voor een ideaal en elke marathonloper verwezenlijkt zijn eigen American Dream. In 2009 liep ik hier voor de eerste keer, ook toen werd ik geplaagd door kramp. In de laatste bocht voor de finish kwam ik tot stilstand. Die laatste paar honderd meter ga ik niet overbruggen, dacht ik, maar het grappige is dat je in Central Park altijd wel iets vind waaraan je je kunt vastklampen. Achter de dranghekken loeide een vrouw don ’t stop, man! Volg Runners World?’
Finish
een abonnement op Runners World kingsize chipmat en een brug van aluminium buizen, waarop tientallen fotografen hun werk doen. Luttele meters verder staat een leger vrijwilligers klaar met medailles. Hier mag iedere finisher door het lint gaan.
Imo Muller: ‘Natuurlijk is de finish het mooiste moment van de hele marathon. Hij liet langer op zich wachten dan ik had gedacht, maar wat zijn die laatste meters gaaf. Het publiek is extreem responsive, het maakt niemand een zak uit wie je bent of waar je vandaan komt. Gek genoeg bleef het lichaam draaien zolang ik op weg was, maar meteen daarna kwam de klap. Nu is het welletjes vonden mijn spieren, en op dat moment voelde ik de impact van de marathon. Ik keek naar de klok en zag dat ik net boven de drie uur was gebleven. Met een vrijwilliger deed ik een high five en daarna kreeg ik mijn medaille. Dat is een echte ‘plak’, zo één die elke loper wil hebben. Wat ik vond tegenvallen, was de afstand naar de vrachtwagen waar ik mijn tas kon ophalen. Ik moest helemaal doorlopen naar het noorden van Central Park en vervolgens moest ik nog ruim een uur wandelen naar mijn hotel. Smoezelig strompelden we door tochtige straten, met een fladderende aluminium deken om de nek. Op elke straathoek begonnen mensen spontaan te applaudisseren, en dat bezorgde ons, uitgeteerde zwervers, een epische glimlach.’
Dit artikel komt uit Runner's World januari 2015. Wil je meer inspirerende verhalen lezen zoals deze? Neem dan een abonnement op Runner's World.
WRunners World, Onderdeel van Hearst Netherlands? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief!