Het verschil tussen een goede training en een minder goede training begint al in je hersenen. Als je denkt dat je het zwaar gaat krijgen of je denkt aan het gevoel van vermoeidheid, dan zal je lichaam je geest volgen en is er een grote kans dat je training niet goed uitpakt.
Gelukkig werkt het ook omgekeerd. Betrap je jezelf op negatieve gedachten? Probeer je gedachten dan om te vormen tot positieve gedachten en je merkt vanzelf dat je training een stuk beter gaat.
Zo ga je om met deze 4 negatieve gedachten
1. 'Ik moet nog zoveel kilometer lopen'
Probeer je te focussen op je volgende wandelpauze, het volgende hardloopsegment of de eerst volgende boom die je ziet. Het is de bedoeling dat je je telkens focust op een nieuw haalbaar doel. Als je dat doel gehaald hebt, kan je je weer focussen op een ander doel en voor je het weet zit je training erop.
2. 'Ik ben zo moe'
Herhaal positieve uitspraken, zoals 'ik kan het' en 'ik voel me goed'. Of denk aan het Soms zorgt een mentale blokkade voor vermindering van je motivatie en prestaties. Bovendien heb je een positieve herinnering aan je doorzettingsvermogen als je je tijdens een andere training nog eens moe voelt.
3. 'Ik loop te langzaam'
Geef jezelf een peptalk met een beetje humor, ga bijvoorbeeld voor een record: langzaamste kilometer. En onthoud dat je altijd nog sneller bent dan diegenen die op de bank zitten. Als je sneller wilt zijn, kan het helpen om te experimenteren met korte versnellingen en pauzes. Sommige hardlopers vinden bijvoorbeeld 15 seconden lopen tegenover 15 seconden wandelen een goede balans.
4. 'Ik kan niet geloven dat hij/zij mij ingehaald heeft'
Herinner jezelf eraan dat je je moet concentreren op je eigen training. Andere hardlopers zijn misschien wel bezig met een snelheidstraining, dus is het normaal dat ze je inhalen. Word je ingehaald tijdens een wedstrijd? Gebruik die lopers dan als inspiratie en gebruik hun energie om je tempo een beetje op te voeren.
Volg je Runner's World al op Facebook, Instagram en Pinterest?