Tim van der Veer (1969) heeft een dijk van een boek geschreven: Buiten bereik. Je zou het een hardlooproman kunnen noemen, omdat de Zugspitz Ultatrail (100 km) het raam is waar binnen hij alles vertelt, maar het is ook een familiegeschiedenis. Met veel gevoel verhaalt Van der Veer – schrijver, loper en oud-columnist van deze site – over zijn grootvader, zijn vader, zijn zoon en zichzelf. Eigenzinnige mannen, die de vereeuwiging dik hebben verdiend.

Omdat je beter boeken kunt lezen dan over een boeken kunt lezen; een fragment uit Buiten bereik, over Van der Veers liefde voor verhalen (en lopen):


Fragment

Ik heb het verhalen vertellen van mijn vader. Toen ik klein was, kwam hij ’s avonds bij het naar bed brengen soms nog even bij me zitten. Hij wenste me welterusten en maakte aanstalten om weg te lopen, waarop ik hem vroeg te blijven. Ik smeekte om een verhaal.

‘Maar er zijn geen verhalen meer,’ zuchtte hij bedroefd. ‘Je kent ze allemaal al.’

‘Ah, papa...’

‘Meer van Runners World...’

‘Nee, blijven zitten, vertel nou...’

‘Meer van Runners World.’

En hij stond langzaam weer op om te vertrekken.

‘Programma EK indoor atletiek 2025 in Apeldoorn!’

En dan begon hij, aarzelend, woord voor woord, onderbroken door perfect geplaatste pauzes. Alles werd in het werk gesteld om mijn nieuwsgierigheid niet te snel tegemoet te komen.

Ik kan me zijn verhalen jammer genoeg niet zo goed meer herinneren, wel dat ik, terwijl hij vertelde, langzaam maar zeker verdween uit mijn kamertje in Spijkenisse. Ik zag mijn speelgoed, mijn knuffels, mijn stoel, kast en tafel niet meer, ik zag hem niet meer, ik hoorde op een gegeven moment zelfs zijn stem niet meer, maar loste op in mijn bed en belandde in de wereld die hij voor me schiep.

De Zugspitz Ultratrail is ook een verhaal. Een mythe over mezelf, over de krachten van mijn lichaam, over weerbaarheid, moed en overwinning. Veel meer dan de vele uren van fysieke voorbereiding telt het vermogen een verhaal te bedenken waarin ik in staat ben 100 kilometer door de Alpen te rennen: om het ongelooflijke te geloven. Wanneer ik voor de dertigste keer het heuveltje opren bij de A12, zie ik geen auto’s, geen reclamezuilen, geen elektriciteitsmasten en bedrijfsloodsen, maar dennenbomen, rotspartijen en sneeuwvlaktes. Dan hoor ik het geklingel van koebellen, het bruisen van rivieren en de roep van een adelaar. Soms zie ik jou, dan ga ik goed rechtop lopen en zwaai alsof ik nog zo fris ben als een hoentje. Als in een reclamefilmpje zie ik mezelf soepel voortbewegen door het berglandschap, jonger, knapper, sterker – onoverwinnelijk. Zowel tijdens trainingen als tijdens de wedstrijd moedig ik mezelf aan, sleur mezelf door moeilijke momenten, bedenk personages en plotwendingen, vanzelfsprekend in het voordeel van de protagonist, ikzelf natuurlijk. Ik raak desondanks verwikkeld in innerlijke conflicten over stoppen of doorgaan, of misschien toch stoppen, of ja, misschien toch maar doorgaan, ik onderwerp mezelf als een jammerende peuter aan alle denkbare angsten en vormen van zelfmedelijden, om ze vervolgens weer te overwinnen en door te gaan. Tegen jezelf praten, dat schijnen alle goede ultralopers te doen, blijkt uit onderzoek. Ik bedenk verhalen, teneinde de moed erin te houden.


Buiten bereik (€ 20,99) Van der Veer Bol.com.