Voor de mensen met goede geografische kennis is het een abc’tje, anderen steken er nu wat van op. Dwars door Hasselt, de hoofdstad van de Belgische provincie Limburg, loopt het Albertkanaal. Lang en saai zouden de meesten het als loopomgeving vinden, er staat bovendien altijd wind. Maar Rob Beenders (40) noemt het zijn ideale trainingsterrein. ‘Lange rechte stukken op asfalt, ik doe niets liever.’ En dat terwijl hij lange tijd nota bene zoveel last van zijn evenwichtsorganen had dat hij geen stap recht voor de andere kon zetten. Rechtuit lopen, het was een crime. ‘Wist je dat er maar één goede remedie tegen evenwichtsstoornissen is? Hardlopen, of wandelen natuurlijk. De meeste mensen durven niet te gaan rennen met een wankel evenwicht, uit angst om te vallen. Het is in het begin ook heel vermoeiend, omdat je heel veel moet corrigeren, maar er is niets dat beter werkt dan lopen.’
De eerste halve marathon staat al gepland
Aanvankelijk hield hij het nog geen kilometer vol. ‘Een vreemde gewaarwording, omdat ik vlak ervoor nog gewoon de voorbereiding van een marathon deed.’ Maar Beenders rent inmiddels weer rechtuit. En ook weer lange stukken. Over deelname aan een marathon, het zou zijn vierde worden, twijfelt hij nog. Hij moet met name zijn man – met wie hij ook voor zijn ongemak al liep - nog over de streep trekken. ‘Liefst zou ik weer in Rotterdam starten. Dat is echt mijn favoriet, en niet alleen omdat Lee Towers je bij de start toezingt. De sfeer daar is uniek, dat publiek is echt heel fijn, en het parkoers mooi. Ik vind Rotterdam een toffe stad.’
Dit jaar nog zal het er niet van komen. Maar de eerste halve marathon, in Brussel op 4 oktober, staat alvast gepland. ‘Het is al zoveel meer dan ik ooit had kunnen hopen.’
Geen gehoor en geen evenwicht
Vier jaar terug beleefde Beenders zijn nachtmerrie. ‘Ik had van de een op de andere dag het gevoel dat er een soort van stop in mijn linkeroor zat. Dat irriteerde nogal en ik dacht: misschien gaat het wel over als ik een stukje ga rennen. Tijdens het lopen voelde ik dat ik ook last had van mijn evenwicht, ik week elke keer fel af, naar links.’ Eenmaal thuis leek het hem verstandig toch maar even de huisarts te bezoeken. Die stelde hem gerust. Het zou vast een middenoorontsteking zijn. ‘Ik kreeg twee pilletjes. De dokter had het vertrouwen dat het daarna snel beter zou gaan.’ Dat was te optimistisch. ‘Op weg naar huis ging het steeds slechter, op het laatst moest ik haast kruipen. Ik ben thuis meteen in bed gaan liggen.’ Toen hij weer wakker werd, lag hij in het ziekenhuis. Voor langere tijd. De infectie was serieus. En richtte definitieve schade aan. ‘Mijn gehoor links was helemaal weg, rechts voor de helft. En mijn evenwicht ook helemaal kapot.’ Het duurde enige tijd voor artsen vaststelden wat hem scheelde. Beenders was getroffen door de Ziekte van Ménière. Een soort van migraine-aanval die het gehoor aantast. En goed voor onuitwisbare schade, zeker als je de weken erna nog meer aanvallen krijgt.
De liefde voor lopen zat diep
Beenders, vijftien jaar werkzaam in de politiek, had op dat moment zijn sport eraan kunnen geven. Het was de makkelijkste oplossing geweest. Maar de liefde zat diep, hij wilde ervoor knokken. Drie keer liep hij een marathon. Rotterdam in 2013 en 2014, Berlijn ook in 2014. Alle drie in 3.45. ‘Ik loop altijd met mijn verstand, weet op voorhand al wat mijn eindtijd zal worden. Ik ben geen durfal, neem weinig risico’s bij de marathon. Maar weet ik zeker dat ik ’m uitloop. De kick van het aankomen, het meedoen, het uitlopen vind ik veel belangrijker dan een tijd van zeg rond de drie uur.’
Geen omgevingsgeluiden zorgen voor angst
Het hadden zijn laatste loopjes kunnen zijn, de klap kwam in 2016 hard aan. Dat hij zijn gehoor kwijt was, maakte hem schichtig. ‘Je hoort het verkeer niet, krijgt niet mee dat er een bus achter je zit, hoort die fietsbel niet. En het is ook gevaarlijk natuurlijk. Het is niet omdat jij niet meer hoort dat anderen meer rekening met je houden, je beter zien. Als je dat beseft, sluipt er toch iets van angst in. Je gaat ongemerkt inhouden, kruipt in je schulp.’
Hij leerde het wel accepteren. ‘Zelf heb ik geprobeerd me er nooit down of negatief over te voelen. Heb er meer om gelachen dan om gehuild. Het was natuurlijk ook niet levensbedreigend. De carrosserie liet me in de steek.’ Een kwestie van uitdeuken
en weer verder….
Lopen als het beste hulpmiddel
Drie maanden na het voorval wilde hij weer voorzichtig beginnen. ‘Ik las namelijk ergens dat lopen het beste hulpmiddel was. Als je je brein weer activeert, je hersenen aan het werk zet, word ook je evenwicht bijvoorbeeld weer beter. Je moet je evenwichtsorganen triggeren. Het probleem met je evenwicht is nooit écht ernstig, het kan overgaan. En je sterft er zeker niet aan. Het is alleen hinderlijk. Maar door te lopen kan zelfs die hinder weggaan. Ik ben rustig begonnen, liep daarvoor gemiddeld 40, 50 kilometer per week. Dat was niet haalbaar, vooral omdat het erg vermoeiend was. Maar de loopsessies, waarmee ik in feite uitlokte dat ik even serieus gedestabiliseerd werd, maakten dat ik elke keer sterker terugkwam.’
De angst werd overwonnen. ‘Heel veel mensen stoppen om die reden. Maar ik heb sport juist als mijn redmiddel gezien, mijn evenwicht herstelde.’ Het gehoor kwam niet terug. ‘Nee, dat bleef een groot probleem. Op een gegeven moment deed ik weer mee aan loopevenementen, maar ik hoorde het gewoon niet als mensen mij voorbij wilden steken. Dat was heel vervelend. Ik wilde niemand in de weg lopen, maar hoe doe je dat? Als je daar mee bezig bent, loop je niet lekker. Ik wist dat ik dat probleem op moest lossen.’
Wondermiddel: een cochleair implantaat
Beenders wist op dat moment al dat een gehoorapparaat geen soelaas zou bieden. Hij was eenvoudigweg te doof. Een cochleair implantaat zou wel kunnen helpen. ‘Het gehoorapparaat en het implantaat zijn twee compleet verschillende dingen. Een gehoorapparaat kan mensen die behoefte hebben aan een implantaat niet helpen. Als zelfs het allersterkste gehoorapparaat niet meer helpt, kan je de operatie overwegen.’ Het elektronische implantaat zet geluid om in elektrische pulsen die de gehoorzenuwen stimuleren. ‘Plots hoorde ik een fietsbel weer, alles kwam zo’n beetje terug. Ik had bij loopwedstrijden geen problemen, en vooral geen angst, meer.’
Er zit een inwendig deel in het oor, maar er is ook een uitwendig deel. Dat zit achter het oor, duidelijk zichtbaar. Waar hoorapparaten anno nu welhaast onzichtbaar worden, heeft Beenders permanent een zwart ‘kastje’ op zijn hoofd zitten. ‘Het is voor sommige mensen de reden om te zeggen, ik wil het niet. Het is me te zichtbaar. Maar, die mensen zou ik willen zeggen: overweeg het nog eens.’
Het is belangrijk dat je goed hoort tijdens het lopen
‘Zelf ben ik er heel anders mee omgegaan. Voor mij was het implantaat juist de reden om mijn haren te laten knippen en het wél duidelijk te laten zien. Omdat ik het apparaat waardeer. Het heeft mijn leven zo verrijkt, de kwaliteit van leven is wel 300 procent verbeterd. Ik kan weer lopen.’ Daarom ook wil Beenders het aan anderen laten zien. ‘Juist omdat het zichtbaar is, spreken mensen me regelmatig aan. Maar nooit in een negatieve sfeer. Mensen zijn heel geïnteresseerd, willen je verhaal horen. Of willen er meer van weten, omdat ze zelf gehoorproblemen hebben of iemand in de familie kennen. Bovendien, dankzij het feit dat het zichtbaar is, houden mensen ook meer rekening met je. Ze zien het zitten en weten dan ook meteen dat ik minder goed hoor.’
‘Soms spreek ik collega-lopers die verbaasd zijn dat ik ermee loop. Die laten juist hun gehoorapparaat uit als ze gaan rennen. Zijn bang dat het losschiet ofzo. Ik stimuleer ze dan om er wel mee te gaan lopen. Het is zo belangrijk dat je meer hoort tijdens het lopen, het rent zoveel comfortabeler. En is ook veiliger natuurlijk. Het is fijn als je die tram wél hoort.’
Beenders loop beter dan ooit
Dat Runner’s World aandacht aan zijn verhaal wil besteden doet Beenders deugd. ‘Omdat ik iedereen wil aansporen vooral te blijven sporten, ook als je een ongemak hebt. Het aantal mensen met een gehoorprobleem stijgt, zeker 10 procent van de mensen heeft er last van.’ Hij heeft zich ten doel gesteld ‘de wereld’ bewust te maken dat je iets kunt doen, dat je het plezier in bijvoorbeeld het lopen weer terug kunt krijgen. ‘Een paar bekende Belgen of Nederlanders zouden welkom zijn als ambassadeurs. Het zou veel onbegrip wegnemen. Nu is er toch schroom om met zo’n kastje op je schedel te lopen. Terwijl een bril veel opvallender is. De fase dat we een bril ‘apart’ vinden, zijn we echt voorbij, ik hoop dat we dat te zijner tijd ook met het hoorimplantaat bereiken.’
Inmiddels heeft Beenders ook ‘zijn benen gevonden’. ‘Ik ben weer helemaal terug, loop voor mijn gevoel zelfs beter dan daarvoor. Dat wil ik overigens niet meteen linken aan het implantaat, het is geen wondermiddel natuurlijk. Maar, ik heb er in elk geval geen hinder van, voel me comfortabel. Het valt me de laatste tijd op dat ik zelfs al eens wat meer over het lopen van snellere tijden nadenk, dat ik wat meer durf. Een kwestie van zelfvertrouwen waarschijnlijk. En het zal ook wel de leeftijd zijn. Ik ben nu 40, wil
me allicht opeens wat meer bewijzen.’
Volg je Runners World al op Runner's World mei. Nathan QuickStart 4L Black abonnement op Runner's World.
Volg je Runner's World al op Facebook, Instagram en Pinterest?