Wat zijn trainingsvariabelen en welke trainingsvariabelen zijn er? Lees hier wat je wil weten over termen als intensiteit, omvang en duur en stel een training samen die perfect bij jou past.
Wat zijn trainingsvariabelen?
De trainingsvariabelen bepalen de de trainingsbelasting. Hoe zwaar en intensief een training is hangt af van de trainingsvariabelen. Voorbeelden van trainingsvariabelen zijn frequentie, omvang, intensiteit en duur. We leggen per trainingsvariabele uit wat deze inhoudt.
Intensiteit
De intensiteit geeft aan hoe zwaar de training is. Meestal wordt de intensiteit uitgedrukt in een bepaalde snelheid. Denk aan km/h tijdens een duurloop. Daarnaast bestaat er zoiets als absolute en relatieve intensiteit. Voor de ene persoon is een tempo van 10 km/h erg hoog, voor de ander is het een hersteltraining. Dat is relatieve intensiteit.
Duur
Hoe lang houd je een bepaalde intensiteit vol? Lukt het je bijvoorbeeld om een duurloop van 30 minuten af te ronden, of houd je het bij 20 minuten?
Omvang
Bij omvang gaat het over de grootte van de training. Dit heeft te maken met de duur, intensiteit en het aantal herhalingen. De omvang van iemand die 8 keer 2 kilometer traint is 16 kilometer. Als je aan krachttraining Is je hardloopsucces aangeleerd of niet 10 doet, dan is je omvang tijdens een squat bijvoorbeeld.
Frequentie
De frequentie betekent onder de noemer trainingsvariabelen hoe vaak per week je een training herhaalt.
Prikkeldichtheid
Meer van Runners World herstel tijdens een training. Hoe lang neem je bijvoorbeeld rust tijdens een intervaltraining. Ga je voor 10 seconden, of kies je voor een lagere prikkeldichtheid en neem je 20 seconden rust?
Herstel
Dit geeft aan hoe lang je rust hebt neemt twee trainingen. Soms moet je drie dagen rust nemen na een pittige training. Dan duurt je herstel dus drie dagen.
De optelsom van deze trainingsvariabelen bepalen de intensiteit van je training. Het verschilt per training op welke variabele je de nadruk legt.
Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?
