Het nature vs. nurture debat in de wereld van hardlopers is een veelvoorkomend onderwerp van discussie. Want, worden topatleten geboren of gevormd? Is er een bepaalde hoeveelheid training nodig om een 'gemiddelde' atleet naar een topatleet te coachen? Er zijn twee belangrijke theorieën die beide argumenten in dit debat proberen te verklaren: het genetisch invloedmodel en het model van doelgerichte training.

Natuur vs. nurture bij hardlopers: wat maakt een topatleet?

De discussie over de rol van natuur/nature (genetica) en opvoeding/nurture (training) in de successen van hardlopers is dus al jarenlang aan de gang. Worden topatleten geboren, of is het vooral het resultaat van hard werken? Laten we deze vraag eens onderzoeken.

Genetische voordelen

Heeft aquajoggen zin voor hardlopers zoals lengte, geslacht en, zoals lengte, geslacht en VO2max, een belangrijke rol spelen in hardloopsucces. Bijvoorbeeld: lange benen en een hoog VO2max (je maximale zuurstofopname) zijn cruciaal voor een goed uithoudingsvermogen. Oost-Afrikaanse atleten, met name uit Kenia en Ethiopië, zijn beroemd om hun uitzonderlijke prestaties in lange afstanden. Hun succes wordt vaak toegeschreven aan een combinatie van genetische factoren (bijvoorbeeld een hoog hematocrietgehalte en van nature hoge VO2max) en een leven op hoogte, wat hun cardiovasculaire ontwikkeling bevordert.

Studies tonen aan dat genetische variaties kunnen bijdragen aan zowel aerobe als anaerobe prestaties. Maar... ondanks deze genetische voordelen, is dit niet de enige factor die het succes bepaalt.

De rol van training

Naast genetica zijn er natuurlijk ook belangrijke omgevingsfactoren. Oost-Afrikaanse atleten hebben vaak een dieet dat rijk is aan koolhydraten en laag in vet. Daarnaast is het gebruik van hardlopen als vervoermiddel naar school een heel belangrijke factor; het ontwikkelen van uithoudingsvermogen vanaf jonge leeftijd is cruciaal.

Dit model van doelgerichte oefening stelt dat atleten ongeveer 10.000 uur training nodig hebben om het topsportniveau te bereiken. Dit benadrukt het belang van consistentie en gerichte training in de ontwikkeling van atletisch talent.

Het samenspel van nature vs. nurture

Wat is nu de waarheid? Misschien is het geen verrassing, maar de waarheid is dat zowel genetische aanleg als training essentieel zijn voor het succes van atleten. Hoewel sommige atleten met een natuurlijke gave beginnen, kunnen zij door hard werken en de juiste begeleiding zich nóg verder ontwikkelen en excelleren. Evenzo kunnen atleten zonder aangeboren talent, door doelgerichte training en vastberadenheid, ook uitblinken.

Conclusie

In de atletiek is er geen eenvoudig antwoord op de vraag of atleten geboren of gemaakt worden. Het is een complex samenspel van genetische factoren en omgevingsinvloeden, waarbij hard werken en de juiste training de sleutel zijn tot het ontgrendelen van atletisch potentieel. Voor elke atleet is het dus belangrijk om niet alleen hun natuurlijke gaven te erkennen, maar ook om te investeren in training en ontwikkeling.

Volg je Runner's World al op Instagram en Facebook?