Veel lopers vinden het lastig om in trainingen of wedstrijden het juiste tempo te vinden. Wie er maar niet uitkomt, zou eens moeten gaan oefenen op een atletiekbaan van 400 meter.
Ga naar de atletiekbaan
Dat kan overdag, als het er rustig is, of ’s avonds. Vraag het dan wel even aan een trainer. Het is vast geen probleem. Check ook even of de baan echt 400 meter lang is, want heel soms zijn er kortere banen. Alleen baan 1, de binnenste baan, is geschikt voor je test, maar loop daar niet continu snellere lopers in de weg (die roepen dan keihard: 'báááán'). Dus kies bij je pauzes voor baan vijf of zes.
Doe testloopjes
Neem de tijd voor enkele testloopjes van 400 meter, waarbij je de snelheid omrekent van een 10-kilometerwedstrijd. Is jouw persoonlijk record bijvoorbeeld ongeveer 50 minuten, loop dan elk rondje in 2 minuten en elke 100 meter in 30 seconden. Dat is precies het tempo van 50 minuten op de 10 kilometer en de bijbehorende getallen zijn makkelijk te onthouden. Op een kunststofatletiekbaan is bovendien elke 100 meter nauwkeurig met verf aangegeven.
Lees ook: Dit zijn de effecten van compressiekousen
Experimenteer erop los
Kijk eerst steeds op de klok of je elke 100 meter wel goed, dus na 30 seconden, doorkomt. Als dat lukt, loop dan eens blind een paar 400 meters in het juiste tempo en vervolgens een 800 (in 4) en 1000 meter (in 5 minuten). Experimenteer daarna met een langzamer en sneller tempo. Smeer die tests over twee tot vier trainingen uit (niet meer dan één per week). Zo krijg je misschien wel de smaak te pakken en wil je voortaan al je intervallen op de baan afleggen. Bovendien zijn tips voor een veilige hardlooptraining.
Waarom lopen veel mensen steeds hetzelfde tempo? Zo houd je jouw ideale looptempo vast